3
Controller-instellingen
return_top
De Controller vasthouden
De manier waarop je de Controllers vasthoudt, is afhankelijk van de accessoires die al dan niet worden gebruikt in combinatie met de Wii-afstandsbediening.
Opmerking: raadpleeg de Wii-handleiding voor systeeminstallatie of de handleidingen voor de individuele Controllers voor meer informatie over het bevestigen van het Wii-polsbandje en het aansluiten van de verschillende accessoires.

De Nunchuk gebruiken

De Wii Zapper gebruiken – met bevestigde Nunchuk

De Wii-afstandsbediening en de Nunchuk aansluiten
  1. Voer het koordje van het Wii-polsbandje door de stekkerclip op de Nunchuk, zoals aangegeven in de afbeelding.
  1. Nu het koordje van het Wii-polsbandje door de stekkerclip is gevoerd, kun je de Nunchuk-stekker aansluiten op de secundaire Controller-aansluiting.
  1. Steek je hand door het Wii-polsbandje, houd de Wii-afstandsbediening stevig vast en schuif de zekering van het Wii-polsbandje aan.

Opmerking: als de zekering van het Wii-polsbandje een zekeringslipje heeft, druk het dan in tot het op zijn plaats ‘klikt’. Hiermee voorkom je dat de zekering van het Wii-polsbandje losraakt.

  1. Houd met je andere hand de Nunchuk vast.
De Wii-afstandsbediening synchroniseren met het Wii-systeem

Deze procedure zorgt ervoor dat de Wii-afstandsbediening met het Wii-systeem kan communiceren.

Er zijn twee verschillende manieren om te synchroniseren (’syncen’).

Vaste synchronisatie – De vaste synchronisatie wordt gebruikt om extra Wii-afstandsbedieningen toe te voegen, of om je oorspronkelijke Wii-afstandsbediening opnieuw te synchroniseren. Als het synchroniseren is voltooid, blijft de Wii-afstandsbediening gesynchroniseerd met het Wii-systeem, totdat je deze instelling overschrijft door de Wii-afstandsbediening met een ander Wii-systeem te synchroniseren.

Tijdelijke synchronisatie – Hiermee kun je de Wii-afstandsbediening tijdelijk op een ander Wii-systeem gebruiken dan je eigen Wii-systeem of een Wii-afstandsbediening van een vriend op jouw Wii-systeem gebruiken. Hiermee wordt de vaste synchronisatie-instelling van de Wii-afstandsbediening niet overschreven. Bij dit type synchronisatie communiceert de Wii-afstandsbediening alleen met het Wii-systeem zolang het aan staat. Als het Wii-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de synchronisatie opgeheven.

Opmerking: je kunt het Wii-systeem alleen aan- of uitzetten met een Wii-afstandsbediening die met vaste synchronisatie is gesynchroniseerd met het Wii-systeem.

Vaste synchronisatie

Opmerking: zorg dat er batterijen in de Wii-afstandsbediening zitten.
  1. Druk op de POWER-knop van het Wii-systeem om het aan te zetten.
  2. Open het SD-kaartklepje aan de voorkant van het Wii-systeem.
  3. Verwijder het batterijklepje van de Wii-afstandsbediening.
  4. Druk kort op achter het batterijklepje van de Wii-afstandsbediening en laat de knop weer los. Druk vervolgens kort op achter het SD-kaartklepje en laat de knop weer los. De spelerslampjes knipperen tijdens het synchronisatieproces. Als het knipperen stopt, is de synchronisatie voltooid.

Deze procedure moet worden doorlopen voor iedere extra Wii-afstandsbediening die met het Wii-systeem wordt gebruikt.

  1. Sluit het SD-kaartklepje aan de voorkant van het Wii-systeem en plaats het batterijklepje weer op de Wii-afstandsbediening.

    Opmerking: als de synchronisatie is voltooid, begint het lampje met het spelernummer te branden.

Tijdelijke synchronisatie

Opmerking: deze vorm van synchronisatie overschrijft tijdelijk de vaste synchronisatie-instelling van alle Wii-afstandsbedieningen, totdat het Wii-systeem uit wordt gezet. Als het systeem daarna wordt aangezet, zijn de vaste synchronisatie-instellingen weer van kracht.
  1. Druk op op een Wii-afstandsbediening die is gesynchroniseerd met het Wii-systeem.
  2. Kies de optie INSTELLINGEN Wii-AFSTANDSBEDIENING in het HOME-menu en kies OPNIEUW INSTELLEN.

  1. Druk tegelijk op en op de Wii-afstandsbediening die je wilt synchroniseren met het Wii-systeem. De volgorde waarin de Wii-afstandsbedieningen worden gesynchroniseerd, bepaalt de spelervolgorde bij spellen voor meer spelers.

  1. De spelerslampjes knipperen tijdens het synchronisatieproces. Als de lampjes stoppen met knipperen, is de synchronisatie voltooid. Bekijk de onderstaande afbeelding om te zien wat het knipperen betekent.

Tijdens de synchronisatie geeft het aantal knipperende spelerslampjes de resterende levensduur aan van de batterijen in de Wii-afstandsbediening.

Na de synchronisatie geeft het brandende lampje het spelernummer voor de betreffende Wii-afstandsbediening aan.

LET OP: als de Wii-afstandsbediening zijn synchronisatie met het Wii-systeem verliest en het niet lukt de Wii-afstandsbediening opnieuw te synchroniseren, lees dan het hoofdstuk ‘Problemen oplossen’ in de Wii-handleiding voor systeeminstallatie.

Het corrigeren van de neutrale positie van de Nunchuk
Als bij het aanzetten van het Wii-systeem of bij het aansluiten van de Nunchuk op de Wii-afstandsbediening de richtingsstick van de Nunchuk wordt gekanteld, wordt die positie ingesteld als neutrale positie*. De richtingsstick functioneert dan niet naar behoren. Om de neutrale positie van de richtingsstick te corrigeren moet je het volgende doen:
Haal je duim van de richtingsstick af en houd op de aangesloten Wii-afstandsbediening circa drie seconden tegelijkertijd , , en ingedrukt.

Neutrale positie voor de Nunchuk

  • De “neutrale positie” is de positie waarin de richtingsstick zich bevindt wanneer deze niet wordt gekanteld.
back return next